Pratiche sleali 2005/0029 NL
BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf
- deze 23
- handelspraktijken 19
- worden 18
- wordt 16
- voor 14
- artikel 14
- consumenten 12
- niet 11
- zijn 11
- richtlijn 11
- oneerlijke 11
- handelaar 9
- tegen 9
- reclame 9
- administratieve 9
- lidstaten 9
- wettelijke 9
- handelaren 9
- bepalingen 8
- lidstaat 8
- consument 8
- kunnen 8
- instantie 8
- gedragscode 7
- over 7
- economische 7
- door 7
- andere 6
- groep 6
- procedure 6
- onder 6
- goederen 6
- hebben 6
- betrekking 6
- bevoegdheden 6
- doen 6
- zich 6
- diensten 6
- doel 5
- elke 5
- belang 5
- wijze 5
- inbegrip 5
- product 5
- welke 5
- kenmerken 5
- besluit 5
- misleidende 5
- naleving 4
- bedoelde 4
Artikel 1
Doel
Het doel van deze richtlijn is om bij te dragen aan de goede werking van de interne markt en om een hoog niveau van consumentenbescherming tot stand te brengen door de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake oneerlijke handelspraktijken die de economische belangen van de consumenten schaden, te harmoniseren.
„Artikel 1
Deze richtlijn beoogt handelaren te beschermen tegen misleidende reclame en de onbillijke gevolgen daarvan, en de voorwaarden vast te stellen waaronder vergelijkende reclame is geoorloofd.”
. 2. | In artikel 2:
|
3. | Artikel 3 bis wordt vervangen door: Artikel 1 Doel Het doel van deze richtlijn is om bij te dragen aan de goede werking van de interne markt en om een hoog niveau van consumentenbescherming tot stand te brengen door de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake oneerlijke handelspraktijken die de economische belangen van de consumenten schaden, te harmoniseren. Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
Artikel 5 Verbod op oneerlijke handelspraktijken 1. Oneerlijke handelspraktijken zijn verboden. 2. Een handelspraktijk is oneerlijk wanneer zij:
3. Een handelspraktijk die op voor de handelaar redelijkerwijs voorzienbare wijze het economische gedrag van slechts een duidelijk herkenbare groep consumenten wezenlijk verstoort of kan verstoren, namelijk van consumenten die wegens een mentale of lichamelijke handicap, hun leeftijd of goedgelovigheid bijzonder vatbaar zijn voor die handelspraktijken of voor de onderliggende producten, wordt beoordeeld vanuit het gezichtspunt van het gemiddelde lid van die groep. Dit laat onverlet de gangbare, legitieme reclamepraktijk waarbij overdreven uitspraken worden gedaan of uitspraken die niet letterlijk dienen te worden genomen. 4. Meer in het bijzonder zijn handelspraktijken oneerlijk die:
5. Bijlage I bevat de lijst van handelspraktijken die onder alle omstandigheden als oneerlijk worden beschouwd. Deze lijst is van toepassing in alle lidstaten en mag alleen worden aangepast door wijziging van deze richtlijn. Deel 1 Misleidende handelspraktijken Artikel 11 Handhaving 1. De lidstaten zorgen voor de invoering van passende en doeltreffende middelen ter bestrijding van oneerlijke handelspraktijken, zodat de naleving van deze richtlijn in het belang van de consumenten kan worden afgedwongen. Daartoe behoren wettelijke bepalingen op grond waarvan personen of organisaties die volgens de nationale wetgeving een rechtmatig belang hebben bij het bestrijden van oneerlijke handelspraktijken, met inbegrip van de concurrenten:
Elke lidstaat beslist welke van deze procedures wordt gevolgd en of de rechterlijke of administratieve instantie mag eisen dat afdoening van de klacht eerst langs andere wegen, waaronder die bedoeld in artikel 10, wordt beproefd. Deze procedures kunnen worden gevolgd ongeacht of de getroffen consumenten zich bevinden op het grondgebied van de lidstaat waar de handelaar gevestigd is, of in een andere lidstaat. Elke lidstaat beslist
2. In het kader van de in lid 1 bedoelde wettelijke bepalingen verlenen de lidstaten aan rechterlijke of administratieve instanties bevoegdheden om, ingeval deze instanties dergelijke maatregelen, rekening houdend met alle belangen die op het spel staan en met name het algemeen belang, nodig achten:
ook zonder bewijs van daadwerkelijk geleden verlies of schade of van opzet of onachtzaamheid van de handelaar. De lidstaten bepalen voorts dat de in de eerste alinea bedoelde maatregelen in het kader van een versnelde procedure kunnen worden getroffen
met dien verstande dat elke lidstaat bepaalt welke van deze twee mogelijkheden wordt gekozen. Voorts kunnen de lidstaten aan rechterlijke of administratieve instanties bevoegdheden verlenen om, ter ondervanging van het voortdurende effect van oneerlijke handelspraktijken waarvan de stopzetting bij een definitieve beslissing is bevolen,
3. De in lid 1 bedoelde administratieve instanties moeten:
Wanneer de in lid 2 bedoelde bevoegdheden uitsluitend door een administratieve instantie worden uitgeoefend, moeten de beslissingen altijd met redenen omkleed zijn. In dat geval moet voorts worden voorzien in procedures die de mogelijkheid bieden tot beroep bij de rechter tegen onjuist of onredelijk uitoefenen van de bevoegdheden van de administratieve instantie en tegen onjuist of onredelijk verzuim om deze bevoegdheden uit te oefenen. „Artikel 3 bis
|
4. | Artikel 4, lid 1, wordt vervangen door:
. |
5. | Artikel 7, lid 1, vervangen door:
. |
whereas